
Cor Kint op ca. 18-jarige leeftijd.
De componist Cor Kint werd geboren op 9 jan. 1890 in Enkhuizen in een huisje aan de Torenstraat. Zijn vader was ambtenaar bij de posterijen. Het postkantoor stond vlakbij, naast de Zuiderkerk. Het gezin van postbeambte Pieter Kint verhuisde najaar 1897 naar Snouck van Loosenpark II a, nu 20, een nieuw en groter huis. Meester Kries, die schuin tegenover Kint aan de Torenstraat woonde en onderwijzer was op de Burgerschool aan het Zuiderkerksplein (Kints school, vanaf de vierde klas Frans, opleiding voor HBS), had Cor's muzikaal talent inmiddels ontdekt aan het gemak waarmee het jochie wijsjes uit waarschijnlijk een ocarina toverde, en bracht hem bij Jan Piet Roda (1865-1902, aan tbc gestorven), een allround vakman, die Cor fluitles, en diep onder de indruk ("die jongen kan alles") ook viool- en harmonieles begon te geven, in 1899 gevolgd door privé-vioollessen bij Felice Togni in Amsterdam.
Ds. Herman Bakels (1901-07 aan de Doopsgezinde Vermaning aan het Venedie te Enkhuizen verbonden), H.K.H. Emma en Wilhelmina, de Le Coultre's en anderen betaalden deels via de Snouck van Loosenstichting anoniem Kints studie. Wellicht ook Reinier, de broer van Herman Bakels. Crevecoeur gaf om niet theorie en nam de harmonielessen over, vast wel gecombineerd met piano-/harmonium-/orgelspel, zoals solfège met zang (Kint heeft alle 50 Leçons de Chant van Concone doorgewerkt). Hoe dan ook, Cor bleek in staat om vanaf ca. 1900 aan het orgel de diensten in de goede akoestiek van de Vermaning te begeleiden, in toerbeurt met zijn buurjongen Dirk Meerkotter (1889 -1965). Diens ouders hadden een piano, waarop Cor weleens zal hebben mogen oefenen.
Dirk volgde van april 1901 tot febr. 1911 bij Crevecoeur piano-, orgel- en theorielessen. De Enkh. Crt. van 3 april 1908: "Doch vooral de Ballade en Polonaise van Vieuxtemps, meesterlijk op de viool ten gehoore gebracht door den Heer C. Kint, brachten door groote kunstvaardigheid en schoone voordracht het publiek in verrukking. Jong Enkhuizen vindt in dezen evenals in zijn evenknie D. Meerkotter een paar navolgenswaardige voorbeelden". Na zijn HBS-examen en verhuizing naar Amsterdam (28 aug. 1906) speelde Kint bij gelegenheid nog tot medio 1909 in de Vermaning, toen het orgel vervangen werd en hij op 1 sept. bij het Concertgebouworkest in dienst trad. Dirk Meerkotter werd in jan. 1910 als vaste organist aangesteld, maar begon nog in 1911 een carrière in het Zuid-Afrika van de Boeren, als zovelen aangetrokken door immigratiewerving. Op 23 jan. 1911 concerteerden de twee 'bentveugels' voor het laatst samen "in de kolfbaan van den heer J. Scholten Dz."
Ds. Herman Bakels. Deze foto hangt in de consistoriekamer van de Vermaning, Enkhuizen.
Met Meerkotters zoon Dirk, die in Zuid-Afrika een vooraanstaand beeldend kunstenaar is geworden, heb ik een paar maal contact gehad. Ja, de naam Cor Kint noemde zijn vader weleens, en nee, Dirk sr. heeft nooit een penseel ter hand genomen.
Matthäus Passion -- Concertgebouworkest, Toonkunstkoor, Jongenskoor van de Vereniging van den Volkszang, solisten dames Noorderwier-Reddingius, De Haan-Manifarges en de heren Urlus, Messchaert en Denijs o.l.v. Willem Mengelberg in het Trocadéro te Parijs, 14 april 1908.
Cor Kint middenvoor tweede rij ?
Leydensdorff, Mendes, Kint en Canivez richtten in 1910 het Concertgebouw Quartet op, welke naam ze in 1911 moesten veranderen. Het was even Amsterdams Quartet, maar werd al heel snel ‘Hollandsch Strijkkwartet’. Ondertussen werkte Kint aan een solistencarrière. Zijn start was 'grootsch' :
Het concert van 19 juni 1913 werd op 3 juli herhaald, met Dopper en Kint. Maar de concerten van 22 juni 1912 en 19 juni 1913 (zie bovenstaande aankondigingen) zijn in de kroniek van Nico Steffen niet te vinden. Hoe nuttig de Historie en Kroniek van het Ccgeb en het CO (1988) ook is, het gemis van een band met correcties en aanvullingen vooral op de kroniek doet zich sterk voelen.
Onder de concerten en gebeurtenissen die Kint tijdens zijn vaste verbintenis met het CO meemaakte en die inspirerend op zijn componeren gewerkt kunnen hebben noem ik:
- de Zevende van Mahler o.l.v. de componist (2 oct. 1909) ;
- de aanleg van electrische verlichting in het Concertgebouw (jan. 1911) ;
- Rachmaninov als solist in zijn 3e pianoconcert (23 maart 1911) ;
- het Tweede Nederlandsche Muziekfeest (25-30 juni 1912) ;
- Debussy als dirigent en pianist (28 febr. 1914) ;
- Schönbergs Fünf Orchesterstücke (12 maart 1914) ;
- het concert o.l.v. Richard Strauss, die op 7 maart 1915 misschien Also sprach Zarathustra (1896) uitvoerde. Strauss had het in 1898 al eens bij het CO gedirigeerd, en mogelijk ook in 1903. Wanneer dan ook, Strauss' uitvoering inspireerde Dèr Mouw (nom de plume Adwaita) tot een sonnet :
Wanneer na sterredans Strauss, dirigent, | Afwezig klap ik ook, maar mijn applaus | |
Van de aarde Zarathustra heeft gedragen, | Wou verder vliegen, achter Richard Strauss: | |
Terwijl het sphingisch c-g-c blijft vragen | Hij is een halte, maar geen eindstation. | |
Naar 't wezen van het wereldfundament, | ||
En 'k heb een vreemd gevoel: want even is 't, | ||
Dan rolt, net als een trein die langs komt jagen, | Als joeg 'k mijn trein, ekstatisch machinist, | |
Ver – vlakbij – ver, het applaudissement. | Langs Bach en Orpheus naar mijn Brahmanzon. | |
Strauss buigt. 't Schijnt of hij zegt: Ja, ja! Ik ben 't, |
||
Ik heb 't gemaakt; 'k ben blij, dat 'k zoo mocht slagen. | Adwaita = Johan Andreas dèr Mouw (1863-1919) |
Toelichting : Das Tanzlied, de sterredans, is een wals, het voorlaatste onderdeel van Also sprach Zarathustra, een goedmoedige knipoog naar Johann Strauss, der Tanzkönig. Het woord 'sphingisch' komt van sphynx, sfinx. Bach is nr. 1 op de lijst van componistennamen die op de balkons van de Grote Zaal zijn aangebracht. De mythische Orpheus zweeft in Dèr Mouws visioen al buiten het Ccgeb.
De verandering van het tijdsbegrip zette in alle sectoren van de industrialiserende maatschappij door. Vgl. Koen Hagens, Neem de tijd (2012). De electrische verlichting in het Ccgeb. deed Frans Bastiaanse (1868-1947) vóór 1911 een sonnet dichten Voor Elly Ney (de Duitse pianiste), waarvan ik het octaaf citeer:
Soms komt gij, – in den somberen wintertijd | Zoo weten we U den lichtglans dezer dagen, |
Als reeds de dag te middag gaat verdwijnen – | Nu, heden, en van lange jaren her, |
Bode van licht in ons diep duister schijnen | Als de herinnering aan de éérste ster |
En speelt uw spel in volle heerlijkheid. | Die ooit onze oogen aan den hemel zagen. |
Het CO werd in de stroomloze toestand van najaar 1944 nog eenmaal gedwongen dwars op het podium te gaan zitten om het hoog en schaars invallende licht te kunnen profiteren.
Terzijde : Het gedrag van Elly Ney na 1933 roept de wrange vraag op waarom Mengelberg als een uitgestoten paria in zijn chalet in Zwitserland opgesloten zat, terwijl Elly Ney internationale triomfen vierde alsof er niets gebeurd was.
Het KRO-orkest (35 man, opgericht 1932) was een groot kamerorkest. "Een van de bekendste leden was de briljante violist Cor Kint" (van Dijk). Bij de opening van de nieuwe KRO-studio aan de Emmastraat te Hilversum in 1938 speelde het KRO-Orkest o.l.v. Marinus van 't Woud het Wilhelmus, de Jubel-ouverture van Weber en de Huldigingsmars van Grieg. Op 1 juli 1938 trad de befaamde fluitist Adriaan Bonsel toe, per 1 jan. 1940 Cor Kint. Begin jaren veertig stond het orkest onder leiding van Pierre Reinards. Na de gelijkschakeling van 1941 werd veel opera gespeeld.
Hollandsch Strijkkwartet
De kunst ; een algemeen geïllustreerd en artistiek weekblad 28 nov 1914
Het Hollandsch Strijkkwartet en Herman Leydensdorff (Hessel Leidensdorff)
Het Hollandsch Strijkkwartet in 1918 v.l.n.r. Cor Kint, Herman Leyensdorff, Thomas Cavinez, Bram Mendes. Foto J. Merkelbach.
"De musici Bram Mendes, Cor Kint en Canivez,
de twee violisten en de cellist van het Hollands strijkkwartet hoorde ik tijdens
de geliefde concerten in Hamdorff, waarheen ik vol trots met mijn vader ging die
enkele maal dat hij vrij had". Helma Wolf-Catz, Het doktershuis aan de
Torenlaan. Met herinneringen aan kunstenaars, 1981, p. 46.
De zwijgzame
gesloten Kint, hij heeft ze gekend, hij speelde voor Herman Hana, Carry van
Bruggen kwam naar hem luisteren, hij kende de 'scene' al maakte hij er geen deel
van uit, misschien kocht hij wel eens iets van Bernard Pothast of David
Schulman. (De kunstverzameling van Cor Kint en Jeanny Couperus is bij haar
overlijden gestolen.) De Kinten konden zich tot de beurskrach behoorlijk redden,
maar beleefden een financiële dip van 1929 tot ca. 1935. Daarna waren de zorgen
plotsklaps weer van de lucht, waarvan de relatie, die tussen Jeanny en notaris
J. G. S. W. te Rijssen ontstaan was, de oorzaak was.
Redeenportret.nl : De naam waaronder deze foto in de administratie van de Merkelbach-collectie in het Stadsarchief A'dam staat,
Leidensdorp, is een verbastering en betreft de violist Hessel Leidensdorff, die zich Herman
Leydensdorff noemde.
Persoonlijke
herinnering : Met Leydensdorff - die evenals Rosa Spier Theresienstadt overleefd heeft - heb ik in mijn conservatoriumtijd in zijn woning aan de Sarphatistraat de vioolsonate van Franck doorgenomen, nieuwsgierig als ik was naar zijn speelstijl. Eerder nog had ik met Canivez een paar maal in trio's en kwartetten samengespeeld ten huize van de amateurfluitist Herman (?) van der Wusten, een vriend van mijn vader. Hij verhuisde naar Maastricht, waar ik Canivez niet trof, maar waar v. d. W. mij de niet opzienbarende akoestische eigenschappen van de grote betonnen Koepelkerk demonstreerde.
Foto J. Merkelbach. 1918.
Het Vaderland
3 april 1920
Algemeen Handelsblad 31 mei 1922
NRC 3 juni 1922
|
![]() |
De Gooi- en Eemlander 14 juni 1922
Berichten bij Kints overlijden, latere vermeldingen.
Kint is gestorven aan een uit de hand gelopen blindedarmontsteking, buikvliesontsteking dus, na een pijnlijk ziekbed. Bij zijn begrafenis op Zorgvlied wilden de violist Piet Dekker (*28 nov. 1911, oud-leerling en collega) en zijn oude vriend Egbert Veen de Hymne voor viool en orgel spelen. Maar er was iets met het orgel, meende Dekker zich te herinneren. Hoe het ook zij, wat er aan de hand was is niet bekend, maar Kint is niet zonder muziek begraven.
———————————————Gooi- en Eemlander 14 juli 1944
Het Vaderland 12 juli 1944 — Utrechtse Courant 15 juli 1944
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —(Karf = Karg-Elert, Wiggelaar = Weggelaar)
De Telegraaf 12 juli 1944 Gooi en Eemlander 11 juli 1944
* Christiane Berkvens-Steveling, Inventaris van het archief van Karel Heiko Miskotte in de Universiteitsbibliotheek Leiden (1998) [inv.nr. 16 ; op illustr.] ; notitie van K. Miskotte in zijn Notitieboek, July 11 1944. [Waarschijnlijk na lezing van de krant:] [, ook bij de Bachzaalgemeente]
Kint — Cor Kint † — 54 jaar.
* Dagblad De Gooi- en Eemlander, Dinsdag 11 Juli 1944, voorpagina. [† Za. 8 juli, begraven Do. 13 juli.]
Kunst en Letteren. Muziek. Cor Kint overleden. Auteur : [wschl] G. van Ravenzwaaij afd. EM (ernstige muziek) van de Ned. Omroep, cf D. Verkijk p. 871.
Zaterdag j.l. overleed te Hilversum na een kortstondige ziekte de bekende musicus Cornelis Kint in den ouderdom van 54 jaar. Met hem is een onvermoeid voorvechter van de viola d'amore heengegaan, het oude strijkinstrument, dat zoo lang in onbruik was.
Cor Kint werd 9 Jan. 1890 te Enkhuizen geboren. Hij studeerde aan de muziekschool en aan het conservatorium van Toonkunst te Amsterdam, waar hij later, in 1919 zelve leeraar voor viool zou worden. Hij was violist en altist beide en maakte deel uit van verschillende belangrijke orkesten en kamermuziekensembles. Zoo was hij van 1909-1915 altist bij het Concertgebouworkest en hij behoorde tot de oprichters van het Hollandsch Strijkkwartet, waar hij elf jaar lang, tot 1922, zitting in had. Van de oprichting af bezette Kint een plaats in het groote symphonie-orkest van den K.R.O. en na de concentratie der omroepen was hij altist in het omroepsymphonie-orkest. De laatste jaren gaf hij zijn werkkracht dus aan de radio, waar hij ook solistisch en als kamermuziekspeler zich vaak deed hooren, veelal als propagandist van de viola d'amore. Kint, die zelf opgeleid was in de strenge school van Felix Togni was tevens een gezien paedagoog. Als componist trad hij op den voorgrond in werken voor viool en piano, liederen, een suite voor strijkorkest, een concert voor viool, een zangspel en andere koorwerken.
Een Kerstcantate van zijn hand werd nog bij het laatste Kerstfeest te Hilversum uitgevoerd. Hij was een der zeldzame componisten, die met succes voor orgel schreven, zonder uitvoerend organist te zijn. Tenslotte schreef hij origineele composities voor viola d'amore en verzorgde talrijke bewerkingen van oude composities voor dit instrument. Men zal in zijn omgeving, den bescheiden en kundigen vakman, die zich nooit spaarde, sterk missen.
De teraardebestelling van het stoffelijk overschot zal Donderdagmiddag a.s. op Zorgvlied te Amsterdam plaats vinden.
“Hij was een der zeldzame componisten, die met succes voor orgel schreven, zonder uitvoerend organist te zijn.”
[Van Ravenzwaaij wist dat Kint orgel kon spelen.]
De Gooi- en Eemlander 6 dec 1941
* >Caecilia en "de Muziek", waarin opgenomen het tijdschrift "Symphonia", 101e jg. nr. 4, Aug. 1944, p. 62.
COR KINT OVERLEDEN.
De toonkunstenaar Cor Kint is te Hilversum, in den ouderdom van 54 jaar, overleden.
Kint, die te Enkhuizen werd geboren, bezocht de H.B.S. aldaar en kreeg zijn muzikale opleiding aan de Muziekschool der Mij. t.b.d. Toonkunst te Amsterdam. Van 1908 tot 1916 was hij als altist verbonden aan het Concertgebouw-Orkest.[#] Ook maakte hij, sinds 1911, vele jaren deel uit van het Hollandsch Strijkkwartet. In 1919 werd Cor Kint aangesteld als leeraar aan de Muziekschool van het Amsterdamsch Conservatorium. Vier jaar later werd hij leeraar aan dit Conservatorium.
Ook op compositorisch terrein is Kint werkzaam geweest. Hij schreef o.a. Madrigale (voor viool en piano), Le début du violon, Le violon chante en stukken voor orgel, piano en harmonium.
[#] Correct is 1909-1915.
* Prisma Encyclopedie der muziek, S.A.M. Bottenheim, bewerkt en ingeleid door Wouter Paap. Utrecht - Antwerpen 1957.
Kint, Cor, Ned. altist; *1890 te Enkhuizen, †1944 te Hilversum; leerling van Felix Togni aan het Amsterdams Conservatorium, 1909-'15 altist in het Concertgebouw-orkest, van 1911-'22 lid van het Holl. Strijkkwartet. Werd in 1919 leraar aan de Muziekschool en aan het Amsterdams Conservatorium. Componeerde o.a. een suite voor strijkorkest, een concert voor viool en orkest, een suite voor viola d'amore en liederen. [overgeschreven van Werda]
* Riemann Musiklexikon, 12. Auflage, Mainz, 1959.
Kint, Cor, * 9.1.1890 zu Enkhuizen, † 8.7.1944 zu Hilversum; niederländischer Komponist, war 1909-15 Bratschist im Orchester des Concertgebouw zu Amsterdam, 1911-22 im Holländischen Streichquartett, wurde 1919 Lehrer für Violine an der Musikschule der Maatschappij tot bevordering van Toonkunst und am Konservatorium. Werke: Suite für Streichorch. op. 3, Konzertstück für Va und Orch. op. 5, Suite für Va d'amore op. 6, Prélude pastoral für Harmonium op. 33, Singspiel Moeder's Wiegelied, Orgel-, Klavier- und Violinstücke, Lieder.
* Oude muziek in Nederland - Het verhaal van de pioniers 1900-1975, door Jolande van der Klis, 1991. De 'ínvisible man' Kint komt in dit boek niet voor. Maar ook viola d'amorespelers als Willem de Boer, Maurits Meerloo (A'dam 1847/8 - NewYork 1909) en Herman Meerloo (1866-1924, solo-altist CgO), welke laatste met Crevecoeur geconcerteerd heeft, mist men. En waar blijft Niel Vogel (1874-1915), de vioolvirtuoos, leerling van Joachim, wiens boek Ratschläge für Geiger (1917) door zijn echtgenote Geertruida van Vladeracken posthuum werd gepubliceerd. In het tweede deel van de Ratschläge neemt Vogel de uitgaven van oude muziek op de korrel en spaart ook de Bach-Gesellschaft niet. Uitgaven behoren geen bewerkingen te zijn maar het origineel weer te geven. Voorts geeft hij gedetailleerde aanwijzingen hoe deze muziek uit te voeren.
Uit een recensie : "Verder vroeg de knappe violist Niel Vogel aandacht voor een oud instrument dat hij in ere wilde herstellen: de viola d'amore, een veelsnarige viool, iets groter dan een alt. Hij legde veel eer in de voordracht van een werk van Carl Stamitz (1745-1801). De klank was "fantastisch schoon, een geluid vol kleur en tederheid".
Uit Neerlandia jg. 17 : Nederland op zijn best :
"Onze landgenoot Niel Vogel heeft op zijn rondreis in Duitschland met zijn zelfgebouwde viool en de viola d'amore een groot succes. De Weimarer Zeitung roemt zijn ‘vollendetes, feinsinniges Spiel’ en de aangrijpende volle, weeke tonen van zijn instrument".
Kint schreef in 1936 in het tijdschrift Symphonia "... hebben wij in Niel Vogel een warm propagandist voor het instrument te gedenken".
Zorgvlied / Foto EK
Cor Kint in lexica, curricula, autobiografische herinneringen, krantenberichten, muziekhistorische en encyclopedische werken.
De inhoudelijke onjuistheden in de volgende chronologisch gerangschikte citaten zijn niet alle gecorrigeerd – zo kan men volgen hoe het (over)schrijvende muziekjournaille van het concertstuk voor altviool een vioolconcert maakte –, de gebruikelijke druk- en spelfouten zijn stilzwijgend (zoals de verbasteringen van Prélude pastoral) of indien gewenst geacht met vermelding verbeterd. De Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst wordt met M.t.B.d.T. aangeduid, het Concertgebouworkest kortheidshalve met CgO. Het teken ¶ duidt zonodig het begin van een nieuwe alinea in het origineel aan. Invoegingen autoris huius staan tussen hakenn.
* De Vereenigde Tijdschriften Caecilia en het Muziekcollege 16 Maart 1918, pag. 152. Bespreking door Willem Landré [1874-1948].
Cor Kint, de zeer gewaardeerde altist van het voortreffelijke ‘Hollandsche Strijkkwartet’ heeft bij Seyffardt's Muziekhandel een ‘Hymne’ voor viool en orgel uitgegeven en zijn stuk opgedragen aan Louis Zimmermann. Of de eminente concertmeester van het Concertgebouw-orkest met het hem opgedragen stuk bijzonder in zijn schik zal zijn? Ik betwijfel het. Want ook deze ‘Hymne’ is in alle opzichten nogal onbelangrijk ; geen karakter in melodie, geen karakter in de orgelpartij, die geen enkele harmonie brengt, welke ook maar even de aandacht trekt. Tegen eenvoud kan niemand die het wèl meent met onze muziek, bezwaar hebben. Doch eenvoud wordt maar al te vaak verward met onbelangrijkheid. Een der schoonste vioolstukken der gansche literatuur Beethoven's F-dur Romance is melodisch en harmonisch van de grootst denkbare eenvoud. Nu ja, maar Beethoven ook, zal men zeggen. Goed ; laten wij dan een der ‘dei minores’ noemen : Vieuxtemps hoe mooi melodisch en tevens hoogst eenvoudig is diens Romance. Dit alleen om aan te toonen dat mijn bewondering volstrekt niet uitsluitend voor het zeer gecompliceerde, het harmonisch geraffineerde is. Doch tegen het volstrekt onbelangrijke, het slappe dient verzet te worden aangeteekend.
* Voorwoord bij het Andante voor orgel van Cor Kint. Seyffardt's Muziekhandel, Amsterdam, 1922.
Cor Kint, geboren den 9. Januari 1890 te Enkhuizen, ontving reeds op zeer jeugdigen leeftijd onderwijs in viool, fluitspel en harmonie van J. P. Roda. Daar hij daarbij blijk gaf van hoogst muzikalen aanleg, werd hij ter voortzetting en voltooiing zijner studies in staat gesteld de M.t.B.d.T. te bezoeken, waar Felice Togni (viool), Johan Wijsman (piano), A. C. Brouwer (contrapunt en compositie), Anton H. Tierie en Dan. de Lange zijne leermeesters waren. Na volbracht eindexamen was hij van 1909–1915 als altist aan het Concertgebouworkest verbonden, gedurende welke periode hij eenige malen o.a. met zijn "Concertstück für Bratsche und Orchester" op. 5 als solist optrad.
Vanaf 1911 was hij tevens altist van het Hollandsch Strijkkwartet, waaruit hij in 1922 ontslag nam teneinde zich geheel aan de compositie te kunnen wijden. Sedert 1919 is hij als vioolleeraar aan Muziekschool van de M.t.B.d.T. verbonden. Het feit, dat de violist Cor Kint, juist voor orgel, zulke prachtwerken componeert, ondanks hij dit instrument niet bespeelt, bewijst zijn groote muzikaliteit. Organisten als Jan Zwart en Ant. W. Rijp, schrijven dan ook het volgende over zijn composities :
— Het Organistenblad, 15 Februari 1919.
Cor Kint: Fantasie voor Orgel over : ‘Een vaste Burg is onze God’. Prijs fl. 1.50. Seyffardt's Muziekhandel. Een violist die orgelwerken en nog wel zulke, als hier een voor ons ligt, mag wel als een buitengewoonheid gelden. De heer Kint behoeft het niet als een ‘phrase’ te beschouwen als we zeggen dat hij de orgelliteratuur in het algemeen verrijkt heeft met deze Fantasie. Voor onze concertorganisten een schoone gelegenheid om dezen Nederl. componist op hun programma te brengen, trouwens eenige hunner hebben zich al voor zyn werk geïnteresseerd.
Het schoonste o.i. uit deze geheele Fantasie die 20 platen muziekdruk beslaat, is wel het gedeelte in 6/8 met de melodie in de Tenor dat uitmunt door vinding en geest ; de prachtige Fuga en het machtig slot waarbij het koraal zijn grootste effect verkrijgt door de snelle figuren in het pedaal. [Jan Zwart]
[Jan Zwart spéélde Kints Vaste Burg inderdaad, zo op 14 oct. 1931 aan het eind van de orgeldag in Gouda, in het concert na de conferentie in de St. Janskerk.]
— Nieuws van den Dag, ... Sept. 1916.
Op het programma der achtste Orgelbespeling in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, op Woensdag 13. September [1916], komt als No. 4 een noviteit voor en wel 'n Andante uit een orgelsonate van den Heer Cor Kint, stadgenoot en jong, doch nu reeds hoogst verdienstelijk musicus, vroeger lid van 't Concertgebouw-Orkest, thans lid van 't Hollandsch Strijkkwartet. Dit Andante is zoo in alle opzichten werkelijk mooie muziek, zoo rijk en geniaal van vinding en gevoelsuiting, dat ik wel zou wenschen 't alle ernstige en fijnvoelende musici te kunnen voorspelen. Daarbij toont de jeugdige componist te beschikken over 'n zeldzaam begrip hoe orgelmuziek zijn moet, al bespeelt hij ook in 't geheel 't orgel niet[#]. Eindelijk [=tenslotte] is 't geheel in den geest van dezen tijd, hyper-modern in zijn accoordengangen en modulatorische wendingen en blijft toch desondanks rijk, ja overvloeiend van melodie. [A. Rijp]
[#] Hier (1916) duikt dit zinnetje voorzover mij bekend voor het eerst op. Rijps bewering is begrijpelijk, hoe zou hij kunnen weten dat Kint in Enkhuizen organist aan de Vermaning was geweest (en zijn Andante zelf ook wel op Rijps concert had kunnen spelen)? Kint concerteerde niet als organist, hij genoot een nog steeds groeiende reputatie als altviolist en sinds kort ook als veelbelovend componist, die zijn concertstuk voor altviool en orkest met het C.O. had uitgevoerd ; hij maakte internationale tournées met het Hollandsch Strijkkwartet. Kint liet het zo.
* Jeugdherinneringen van Helma Wolf-Catz. In dagblad De Gooi- en Eemlander, 04-06-1977, pag. 16. Ook in 'Het doktershuis aan de Torenlaan', posthuum uitgegeven door haar dochter Loeka in 1981, pag. 46.
In gelukkiger jaren ontmoette ik in Henri's [Henri Polak] huis de bekende musicoloog Sem Dresden, die ook enige tijd in Laren woonde […]. De musici Bram Mendes, Cor Kint en Canivez, de twee violisten en de cellist van het Hollands Strijkkwartet echter hoorde ik tijdens de geliefde concerten in Hamdorff, waarheen ik vol trots met mijn vader ging. [Voor en rond 1920. Helma Catz (1900-1978) woonde sinds 1911 in Blaricum en bezocht het gymnasium te Hilversum.]
* Weekblad De Gooi- en Eembode, 01-09-1977. Rubriek Hilversum omstreeks de eeuwwisseling. Kerkstraat.
De Kerkstraat was […] toen reeds de voornaamste winkelstraat. Er was nog verkeer aan beide zijden en de grote warenhuizen alsmede de Hilvertshof moesten nog naar Hilversum komen. Zaterdagavonds werd er tot 10 uur verkocht en dan was het in deze straat een drukte van belang onder de gaslantaarns. Met mevrouw Haaks-Lasonder maak ik een historische tocht door deze straat […]. We beginnen bij de Kerkbrink, waar het Hof van Holland nog het sociaal middelpunt was met zijn twee verdiepingen en serres. Cor Kint speelde daar 's avonds in het café. Hij had een trio samengesteld uit de gezinsleden en in de prille begintijd van de radio is hij nog wel eens uitgezonden.
[Cor - viool & piano, Jeanny - piano & zang, haar broer Otto (*1899) - viool & zang.]
* De Telegraaf (A), 20 Nov. 1923.
AMSTERDAM, 20 Nov. — Tot leeraar in het vioolspelen is aan het conservatorium alhier benoemd de heer Cor Kint.
* Nederlandsche Muziek van 1600 tot heden voor Orgel of Harmonium, C.F. Hendriks Jr. Seyffardt's Muziekhandel, Amsterdam, 1924. Pag. 24-25.
Cor Kint – geb. 9 Januari 1890 te Enkhuizen, ontving reeds op zeer jeugdige leeftijd onderwijs in viool-, fluitspel en harmonie van J. P. Roda. Daar hij daarbij blijk gaf van hoogst zikalen aanleg, werd hij ter voortzetting en voltooiing zijner studiën in staat gesteld de Muziekschool der M.t.B.d.T. te bezoeken, waar Felice Togni (viool), Joh. Wijsman (piano), A.C. Brouwer (contrapunt en compositie), Anton H. Tierie en Dan. de Lange zijn leermeesters waren.
Na volbracht eindexamen was hij van 1909-1915 als altist aan het Concertgebouworkest verbonden, gedurende welke periode hij eenige malen o.a. met zijn opus 5 "Concertstück für Bratsche und Orchester" als solist optrad.
Van 1911 af was hij tevens altist van het Hollandsch Strijkkwartet, waaruit hij in 1922 ontslag nam. Sedert 1919 is hij als vioolleeraar aan de Muziekschool der M.t.B.d.T. verbonden.
* ±2500 Vreemde Woorden in de Muziek, Leon. C. Bouman. Benevens een lijst, bevattende de meest bek. (vooral Nederl.) Toonkunstenaars door Jac. Bonset. Seyffardt's Muziekhandel, A'dam, 61 tot 80ste duizend, z.j. [1924].
Kint, C. 1890. Violist en componist. A'dam.
* 2500 [zo alleen nog de uitgave van 1928] Vreemde Woorden in de Muziek, [resp.] Vreemde Woorden in de Muziek [1932], Leon C. Bouman. Benevens een lijst van de meest bekende Nederlandsche Componisten en Musicologen met opgave van eenige bijzonderheden omtrent hun werk door H. G. [wschl. Henri Geraerdts]. Seyffardt's Boek- & Muziekhandel, Amsterdam, 1928 (81 tot 95ste duizend), 1932 (96 tot 110e duizend, bew. dr. K. Bernet Kempers).
Kint, Cor. (1890). Violist en componist. Veel orgelstukken en verschillende vioolsoli. Merkwaardig is, dat Kint, die in 't geheel geen organist is, toch juist op dat gebied het beste heeft geproduceerd. Was langen tijd altist in het Holl. strijkkwartet en is leeraar voor viool aan het conservatorium te Amsterdam.
* De viool en hare meesters, Dirk J. Balfoort (ten deele vrij bewerkt naar Jos. Wilh. von Wasielewski, Die Violine und ihre Meister). Den Haag, z.j. (na 1926).
Felice Togni … Zijn voornaamste leerlingen zijn: Samatini [correct Samehtini], Schoenmaker, Cor Kint, mej. L. Langerveld (Batavia), de Jong (Cincinnati) en Rodrigues. [pag. 266.]
Cor Kint, in 1890 te Enkhuizen geboren, ontving muziekonderwijs (viool en fluit) van Roda. In 1903 [1909 of '10] werd hij leerling van Togni voor viool aan de Muziekschool der M.t.B.d.T. te Amsterdam. Na het verlaten van het Conservatorium met het einddiploma in 1909 was hij achtereenvolgens altist van het Concertgebouw-Orkest en het Hollandsch Strijkkwartet. In 1919 werd hij benoemd tot leeraar aan de Muziekschool der M.t.B.d.T., en in 1923 in gelijke functie aan het Conservatorium, waar hij thans nog werkzaam is. Kint is de componist van een aantal werken voor viool en piano, orgel, zang, een concertstuk voor altviool met orkest, een suite voor viole d'amour, twee strijkkwartetten enz. [pag. 275]
* Riemann Musiklexikon, 11. Auflage, 1929. [Bevat meer informatie dan de 12e oplaag!]
Kint, Cor
* Het Orgel en zijn Meesters, M. A. Prick van Wely. J. Philip Kruseman, Den Haag, 1931.
Als de eenige orgelcomponist, die met H. Andriessen en de Wolf, werkelijk van beteekenis is, moeten wij Cor Kint noemen. Hij werd in 1890 te Enkhuizen geboren, waar hij reeds op jeugdigen leeftijd het eerste muzikale onderricht ontving. Later studeerde hij aan de Toonkunst Muziekschool te Amsterdam en was hier van 1909-1915 als altist aan het Concertgebouw-orchest verbonden. Ofschoon Kint geen organist is, weet hij toch voortreffelijk voor orgel te schrijven, terwijl wij aan zijn violistische eigenschappen te danken hebben, dat de melodie nooit verwaarloosd wordt. Zijn harmonieën en modulatorische vrijheden zijn altijd boeiend en interessant, vooral in het ‘Prélude Pastoral’ en ‘Andante’. Ofschoon zijn groote werken, de F moll Sonate en de Fantasie over ‘Een vaste Burg is onze God’ zeker groote verdiensten hebben,[] blijft hij toch het zuiverst en dankbaarst te aanvaarden in zijn kleine lyrische stemmingsstukken. Verder schreef hij nog enkele werken voor viool en orgel. [pag. 302]
* De Telegraaf (O), 5 Sept. 1933.
Cor Kint. ¶ Met ingang van 1 September is aan de Stichting het "Amsterdamsch Conservatorium" tot leeraar in het "Viola d'Amore"-spel benoemd de heer Cor Kint.
* Geschichte des Orgelspiels und der Orgelkomposition, Gotthold Frotscher. Berlin, 1935.
Die [niederländische] Choralfantasie besteht aus Konzertfigurationen und Modulationen (E. Mobach), aus der Generalvorimitation zu figurativer Variierung (Jan Zwart) oder aus allerlei frei gestalteten Floskeln mit Überwiegen lyrischer, idyllischer und heiterer Melodien (Cor Kint). [pag. 1235].
* Symphonia 20e jg (1937), p. 172, NIEUWE UITGAVEN.
Bij den uitgever Wilhelm Zimmermann te Leipzig zal verschijnen een Trio voor viola d'amore, fluit en cembalo van Joh. Joachim Quantz, bewerkt door Cor Kint.
* Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in Woord en Beeld, red. H. P. van den Aardweg. Amsterdam, 1938.
Kint, Cor. – Toonkunstenaar. – Geb. 9 Jan. 1890 te Enkhuizen, uit het huwelijk van Pieter K., geb. 17 Jan. 1863 te Enkhuizen, en Magdalena Roosendaal, geb. 24 Oct. 1864 te Enkhuizen. – Geh. op 9 Nov. 1921 te Amsterdam met Jeanne [!] Couperus, geb. 15 Mei [1897] te Bolsward. – K. ontving reeds vroeg zijn eerste muziekonderricht, viool en fluit van J. P. Roda te Enkhuizen en bezocht aldaar de H.B.S. met 3-j.c. [#] Op 12-j. leeftijd werd hij leerling der Muziekschool v/d M.t.B.d.T. te Amsterdam waar F. Togni, viool, A. H. Tierie, Alg. Muziekleer, Johan Wijsman, piano en A. C. Brouwer, harmonie en contrapunt, zijn leermeesters waren. Na het behalen van het diploma der M.t.B.d.T. volgde in 1909 een aanstelling als altist aan het Concertgebouworkest. Hij behoort tot de mede-oprichters van het in 1911 gevormde Holl. Strijkkwartet en was tot 1923 als altist in dit ensemble werkzaam. Toen bleek dat beide functies onvereenigbaar waren, verliet hij in 1915 het Concertgebouworkest teneinde zich geheel aan het kwartetspel te kunnen wijden. Na tal van succesvolle binnen- en buitenl. tournée's volgde in 1919 een benoeming tot leeraar in het vioolspel aan de Muziekschool der M.t.B.d.T. te A'dam, in 1923 gevolgd door die tot leeraar aan het Amsterd. Conservatorium. – K. legt zich de laatste jaren vooral op het Viola d'Amore-spel toe en geldt voor ons land als de voornaamste propagandist van dit instrument. Niet alleen componeerde hij daarvoor versch. werken, doch zijn bewerkingen en uitgaven van V. d'Amore-muziek uit vroegere eeuwen vormen voor belangstellenden de voornaamste literatuurbron (zie Pr. Dr. Wilh. Altmann's Literaturverzeichnis für Bratsche & Viola d'Amore). Met versch. orkesten trad hij op als viool-, alt- en Viola d'Amore-solist. – Ook voor andere instrumenten was K. compositorisch werkzaam. Manuscript bleven o.a. 3 concertino's en verschill. kleine werken voor viool en piano, concertstuk voor altviool en orkest, romance voor cello, 2 strijkkwartetten, suite voor strijkorkest, sextet voor blaasinstrumenten, sonate voor orgel, Kerstzang voor koor, soli en orkest, verschillende liederen, een zangspel "Moeders Wiegelied". – In druk verschenen behalve genoemde Viola d'Amore-werken Madrigale, Serenade en 2 bandjes elementaire stukken voor viool en piano, hymne voor viool en orgel, eenige liederen, diverse harmonium- en pianocomposities en versch. stukken voor orgel, nl. Fantasie over Een vaste Burg, Andante Op. 17, Prélude pastorale en Berceuse romantique. – Merkwaardig is dat K., die zelf geen organist is, juist op dat gebied het beste heeft geproduceerd. – K. is een groot natuurliefhebber. – Roelof Hartplein 9, Amsterdam. [#] Kint zou blijkens een aantekening van Jenny "5-j.c." extra onderwijs op de avond-HBS genoten hebben.
* Over het Orgel en de Orgelmuziek, Max Prick van Wely en Herman Huls (reeks De Muziek nr. xvi) J. Philip Kruseman, den Haag z.j. [na 1939 (†1939), vóór 1944 en het sterfjaar van J. Jongen, spelling nog met –sch].
Jacques Bonset en Cor Kee zijn eveneens bekende orgelcomponisten, wier werken steeds in den smaak vallen, evenals de melodieusche [sic] en dankbare stemmingsstukken van Cor Kint. [pag. 108]
* Muzikaal Handwoordenboek, C. Werda (ps.). Turnhout, z.j. (1943-44).
Kint, Cornelis, geb. 9 Januari 1890 te Enkhuizen, componeerde het zangspel Moeders Wiegelied, een suite voor strijkorkest, een suite voor viola d'amore, een concert voor viool, orgelwerken, liederen.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dirk Posthuma, violist, muziekleraar geb. Weesp 29 juni 1891 - ovl. Bussum 15 dec. 1975,
huwde te Weesp 28 mei 1925 Maria Jacoba Choufoer (geb 1892), Ze kregeg één kind, een zoon, Dirk, geboren in nov 1930 te Bussum.
Volgens hun trouwakte was
Maria Jacoba Choufoer muzieklerares toen ze trouwden. Dirk was op dat moment muziekleraar. Hiij had een goede relatie met Kint, ze wekten vaak samen.
Thomas Posthuma (*1933) was een neef van Dirk Posthuma (*1891).
Zijn vader Thomas Posthuma (*Weesp 1893 - Hilversum 1941) was een broer van Dirk.
Allen geboren in Weesp.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het nieuws van den dag : de kleine courant 15 aug 1911
Het kwartet is 1n 1910 opgericht als Concertgebouwkwartet. Het speelde al eerder als Amsterdamsch strijkkwartet, In 1911 moest de naam veranderd worden in 'Hollandsch Strijkkwartet'.
Algemeen Handelsblad 22 sept 1911 Julius Susan (Suson is drukfout) was pianist en dirigent van het Paleisorkest. Ik heb nog met hem over Kint en de oude tijd gesproken.
Het nieuws van den dag : de kleine courant 13 oct 1911
Algemeen Handelsblad 21 nov 1911 Algemeen Handelsblad 13 febr 1912
Rotterdamsch Nieuwsblad 26 febr 1912 Het nieuws van den dag 16 mrt 1912
De Tijd 22 maart 1912 De Tijd 12 juni 1912 BOEKBEOORDELING
De Tijd 21 juni 1912
De Telegraaf 19 oct 1912 NRC 23 dec 1912
![]() |
Algemeen Handelsblad 11 jan 1913 over concert van 8 jan in kl zaal Ccgeb
Het nieuws van den dag : kleine courant 25 jan 1913
De Telegraaf 5 apr 1913 Het nieuws van den dag : kleine courant 12 apr 1913
Algemeen Handelsblad 18 juni 1913 Het nieuws van den dag : kleine courant 20 juni 1913
De Telegraaf 2 juli 1913
Het nieuws van den dag : kleine courant 4 juli 1913 Algemeen Handelsblad 9 sept 1913
Algemeen Handelsblad 4 oct 1913
Algemeen Handelsblad 22 nov 1913
Het nieuws van den dag : kleine courant 13 dec 1913 Het nieuws van den dag : kleine courant 18 feb 1914
Algemeen Handelsblad 16 feb 1914
![]() |
. .
De Gooi - en Eemlander 11 mrt 1914 |
Algemeen Handelsblad 17 mrt 1914
Het Volk 31 mrt 1914
Het Volk 2 apr 1914
Algemeen Handelsblad 19 oct 1914
Algemeen Handelsblad 22 oct 1914
Algemeen Handelsblad 28 oct 1914
Het nieuws van den dag : kleine courant 13 nov 1914
Algemeen Handelsblad 14 nov 1914
Het nieuws van den dag : kleine courant 17 nov 1914
Algemeen Handelsblad 24 nov 1914
Het nieuws van den dag : kleine courant 26 nov 1914
De Telegraaf 27 nov 1914
Algemeen Handelsblad 13 dec 1914
De Telegraaf 17 dec 1914
De Telegraaf 19 dec 1914
Kint en Mata Hari in één programma ! Kints solistencarrière komt op ander pagina's aan bod. Hij trad niet alleen op met bijvoorbeeld Evert Cornelis en Jo Vincent, maar zat ook in één programma met artiesten als Mata Hari en Heintje Davidsi.
De Telegraaf 24 dec 1914
Algemeen Handelsblad 27 dec 1914
Caecilia en De muziek 15 nov 1938
Algemeen Handelsblad 16 april 1927
Algemeen Handelsblad 6 febr 1928
De Telegraaf 4 sept 1924
Algemeen Handelsblad 11 juli 1921